Marcel_bg.jpg

FotoJinek4Over het Engels in het Nederlands is geregeld iets te doen. Neem de Engelstalige colleges op de universiteiten. Voor- en tegenstanders buitelen over elkaar heen. Ik sprak laatst een Nederlandse wetenschapper die in het Engels lesgeeft. Zijn Engels was prima, zei hij, toch gaf hij liever college in het Nederlands. ‘Dat is mijn moedertaal, daarin kan ik beter de nuances aanbrengen die ik nodig vind.’



Buiten de universiteit, in de ‘gewone maatschappij’, is de invloed van de Engelse taal voor iedereen tastbaarder. En zien we een gedweep met het Engels dat af en toe kolderiek of grotesk is. Begrippen waarvoor we in het Nederlands passende of mooie woorden hebben, worden klakkeloos vervangen door een Engels gedrocht. Luister eens naar de reclame op radio en tv. Bijna alle uitsmijters of slagzinnen, pardon pay-offs, zijn in het Engels. Be wise, check your prize; Let’s make payment happen; We all benefit. De laatste is van de verzekeraar InShared, die op de tv verreweg de domste reclame heeft en die van mij nu al de prijs voor de irritantste commercial van het jaar mag hebben (‘Bij InShared zijn we gek op eerlijk’).
Het malle aan pay-off is ook dat het woord niet in de VS of Engeland wordt gebruikt. Amerikanen hebben het over tagline, Engelsen over strapline.


Kijkt u eens wat u onder de douche gebruikt. Daar zit geen woord Nederlands bij. Zeep kennen we niet meer, met zeep bent u een pauper en behoort u tot de deplorables van Hillary Clinton. U wast de vlekken weg met bodymilk of extraordinary oil, die deeply nourishing is. In het Engels word je schoner.
Deze week kon ik bij kruidenier Albert H. gratis een product meenemen: Up & Go Breakfast. Onder andere Raspberry & Strawberry. Without the bowl, uiteraard. Albert garandeerde mij ‘een heerlijke energieboost’.

Why?

Het is dit soort opschepperij en interessantdoenerij, waarmee de commerciële kaaskoppen die de wereldburger uithangen, de mensen geld uit de zak willen kloppen. Lang geleden sprak ik iemand uit de reclame of de public relations, een Nederlander. Hij had in de States een conference bezocht. Ondanks gedoe op de airport was zijn plane op tijd vertrokken. De flight was goed geweest, het verblijf in de VS exciting. Bij het afscheid (‘Bye bye, see you’) gaf hij mij zijn visitekaartje. Met daarop, volgens de Amerikaanse formule: Joop J. Jansen. (Naam gefingeerd, anekdote niet.)

De hippe social media spelen in de verengelsing een rol, maar ook de programma’s op de stokoude tv. Zo handhaafde de NPO, anders dan voorgaande jaren, deze zomer het praatprogramma op de late avond (latenighttalkshow). Eva Jinek presenteerde dat. Ze kreeg heel goede recensies in de media. Ik vond haar ook een stuk beter geworden: goed voorbereid, goede vragen, alert, op haar gemak. Toch ergerde ik me aan een paar dingen, zoals het empathische gekir bij aandoenlijke onderwerpen of poezen, de aandacht voor zichzelf en het bête gekus na afloop. Maar vooral stoorde mij haar (Amerikaanse) Engels. Jinek heeft de eerste elf jaar van haar leven in de VS gewoond en dat zal de kijker weten. Het wemelde van het Amerikaans. Een naam als Trump sprak ze in vetter Amerikaans uit dan een olieboer uit Texas. Soms was iets awkward, een andere keer awesome. Toen Trump weer eens iets ergs had gezegd, riep ze onthutst: ‘Maar… dat is toch beyond…!’
Maar nogmaals, voordat ik het Radicaal Anarchistisch Feministisch Front op bezoek krijg: een dikke voldoende voor Eva Jinek.

Het zijn niet alleen hippe BN’ers die het Engels omarmen. Gisteren hoorde ik op tv een Onbekende Nederlander (ON’er) zeggen, dat voor die en die target die en die effort nodig was.
Vorige week las ik in de krant over een achtenswaardige stichting in het Achterhoekse Lochem. Die wil de eenzaamheid onder de inwoners van Lochem tegengaan. De stichting heet Lonely Lochem. Het allitereert lekker, heeft men vast gedacht. Of: lonely klinkt misschien minder eenzaam dan eenzaam.
Hebben de oprichters de naam zelf bedacht? Of zit Joop J. Jansen erachter?