Een oorwurm, u heeft er vast weleens last van. Een deuntje dat u ergens heeft gehoord, dat in uw hoofd blijft zeuren en van geen wijken wil weten. Vaak een vervelend treiterliedje, dat u zelf nooit zou kiezen.
Al een aantal weken heb ik zo’n oorwurm. Ik heb er alleen geen last van, deze oorwurm is mij heel sympathiek. Het is het nummer Josie van de band Steely Dan. De oorzaak is geen vrolijke: in september overleed Walter Becker, met Donald Fagen lid en oprichter van de band.
Steely Dan stamt uit de jaren zeventig en heeft in totaal negen platen gemaakt. Vraag iemand die al langer meeloopt naar de beste vijf of tien bands ooit en grote kans dat Steely Dan daar niet bij zit. Bij mij wel, ik vind Fagen en Becker grootheden. Vorig jaar vulde ik voor het eerst de lijst in van het Grote Muzikale Familiespel der Duistere Dagen, de Top 2000. Bijna meteen kruiste ik Steely Dan’s eerste hit Do It Again aan en het juweel Rikki Don’t Lose That Number. Mijn hulp was nodig, de nummers bleken afgezakt naar de plaatsen 1713 en 1939.
Een traditionele band is Steely Dan nooit geweest. Na twee platen gingen Becker en Fagen met zijn tweeën verder. Voor elke plaat doken ze lang de studio in en huurden, bijna per nummer, de crème de la crème van de Amerikaanse sessiemuzikanten in. De eerste platen waren, hoe ingenieus ook, min of meer rechttoe-rechtaan popliedjes. Gaandeweg werd de muziek complexer, zonder de toegankelijkheid te verliezen. Het resultaat was een volstrekt eigenzinnige mengeling van pop, rock, blues, jazz, funk, latin, swing, wat al niet.
De critici waren over de kwaliteit eensgezind. Misschien wel te goed, vonden sommigen zelfs, het perfectionisme voorbij. Het lange verblijf in de studio had afbreuk gedaan aan de spontaniteit, meenden zij. In sommige recensies dook een begrip op dat je tegenwoordig ook tegenkomt, als een recensent meent met een kritische noot te moeten komen om zijn geloofwaardigheid te behouden: ‘De muziek is niet urgent.’ God weet wat dit betekent. Nu ik dit schrijf lees ik op internet in een verhaal over Walter Becker: ‘De platen van Steely Dan zijn nog immer urgent en tijdloos.’ Daar ben ik het helemaal mee eens, al weet ik nog steeds niet wat zo’n schrijver bedoelt.
Mijn oorwurm Josie is niet het allerbeste nummer van Steely Dan, vind ik, maar nog altijd steengoed. Het staat op Aja, voor mij een van de beste platen ooit. Over Aja hebben de heren een jaar gedaan, hier komt alles samen: componeertalent, muzikale kennis en kunde, begaafde musici, verschillende muziekstijlen, intrigerende achtergrondkoortjes. Hoogtepunt is het formidabele titelnummer, met bijna acht minuten het langste dat ze ooit hebben opgenomen.
Er is een prachtige documentaire gemaakt over de productie van Aja. Fagen en Becker lichten in de studio achter de mengpanelen alle nummers toe en leggen uit waarom ze voor bepaalde muzikanten en arrangementen hebben gekozen. Met onderkoeld, ironisch en geestig commentaar. Een fascinerend kijkje in de keuken van Steely Dan.
(Krijgt u er net als ik geen genoeg van en wilt u weten hoe een sympathieke oorwurm kan klinken, hier is Josie.)
Walter Becker, die al een tijd ziek was, is 67 jaar geworden. Vriend en compaan Donald Fagen heeft beloofd ‘zolang ik kan de muziek van Steely Dan levend te houden’.