Ik ben opgevoed met het katholieke geloof. Daar doe ik niet veel meer aan. De weinige keren dat ik nog in een Nederlandse kerk kom, is het voor een begrafenis.
Toch ben ik dol op kerken, ik vind het de mooiste gebouwen ter wereld. Als ik in Italië ben, vooral in Rome, ben ik er niet uit weg te slaan. Vraagt u mijn kinderen maar.
Cultureel katholiek, laten we het daarop houden. Ik ga zonder aarzeling of schroom een kerk binnen, het geloof werd ons met enige blijmoedigheid aangereikt. In tegenstelling tot anderen die helaas vervelende dingen hebben meegemaakt.
Rome heeft meer kerken dan er dagen in het jaar zijn. Bijna allemaal zijn het musea, met een schitterende architectuur en fenomenale kunstschatten: Bramante, Michelangelo, Rafaël, Caravaggio, Bernini en Borromini tonen zich bijna de hele dag aan de liefhebber. In een passende sfeer, geen gejaag en geschreeuw, geen laffe zeurmuziekjes, wel die onvervreemdbare geur van wierook, kaarsen en ondefinieerbare ‘oude lucht’. Totaaltheater, met een lelijk woord. Op een uitzondering na gratis, wat wil de Hollander nog meer.
Toen ik als jochie voor het eerst meeging naar de kerk, was ik vier of vijf. Wat was daar veel te zien. Bogen en pilaren, rare ramen, gangen en achterommetjes waar priester en misdienaars uit opdoken, orgel, koor en mysterieuze instrumenten, schalen en kelken. De architectuur had Byzantijnse invloeden, al wist ik toen nog niet dat dat zo heette. De kerk maakte een stokoude indruk, maar toen ik er voor het eerst kwam, stond hij er nog maar een jaar of dertig.
Die kerk was de ook aan de buitenkant opvallende Jacobuskerk, in het centrum van Enschede. Ik ben er sinds mijn jeugd nooit meer geweest. Dat ga ik beslist nog een keer doen, alleen zijn kerken in Nederland, anders dan in Italië, buiten misuren zelden open.
Ik woon alweer lang in Nijmegen. Maar pas kortgeleden heb ik een kerk vlakbij bezocht, in het dorp met de veelzeggende naam Heilig Landstichting, die bij ingewijden al lang bekendstaat om zijn uiterlijk en interieur. Deze Cenakelkerk is tussen 1913 en 1915 gebouwd door architect Jan Stuyt en gedecoreerd door kunstenaar Piet Gerrits, na een pelgrimsreis naar het Midden-Oosten. En dat is te zien, de kerk heeft, net als ‘mijn eerste kerk’, nogal wat Byzantijnse trekken. Buiten zien we de witgepleisterde torens en de koepel, binnen mozaïeken en een rijkgeschakeerd kleurenpalet. Paradijselijke en bijbelse voorstellingen wisselen elkaar af, in figuratieve en decoratieve taferelen.
De Cenakelkerk is uniek in de Nederlandse kerkarchitectuur, roept Wikipedia. Nu is ‘uniek’ een modern Nederlands schreeuwwoord, dat steevast opduikt als men heel leuk, mooi of apart bedoelt. Maar die term past hier volgens mij wel, ik denk niet dat er in Nederland een vergelijkbare kerk is. Het is een bijzonder en sfeervol bouwwerk, dat door de een wordt gezien als een sieraad, door de ander misschien als roomse kitsch. Zowel sieraden als roomse kitsch zijn aan mij besteed, dus ook de Cenakelkerk.
Als u een liefhebber bent van kerken en u bent in de buurt, loop er dan eens binnen. Als u ruimer in uw tijd zit, vergeet dan ook het ernaast gelegen kerkhof niet.
Cenakelkerk, Pastoor Rabouplein 1, Heilig Landstichting. Geopend van donderdag tot en met zondag van 14.00 tot 16.30 uur.